Gebruik van zorg en ondersteuning in Nederland

Nederlanders willen meer zorg en ondersteuning

In Nederland krijgen (in 2015) bijna 2 miljoen mensen zorg en ondersteuning via hulp bij huishouden, hulp bij persoonlijke verzorging en met verpleging en begeleiding. Een groot deel van deze mensen vindt dat ze te weinig hulp krijgt en heeft behoefte aan meer zorg en ondersteuning.

Zorg en ondersteuning in Nederland: kerncijfers 2015

Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) heeft de zorg en ondersteuning in Nederland in kaart gebracht. Wel over 2015. Het jaar met de meest complete en actuele kerncijfers. Een beetje in de achteruitkijkspiegel kijken, maar het geeft toch een aardig beeld. Hieronder vind je een korte samenvatting. Het rapport kun je downloaden van de website van het SCP.

Aantal Nederlanders met zorg en ondersteuning

In 2015 ontvangen van de zelfstandig wonende Nederlanders van 18 jaar en ouder, bijna 2 miljoen mensen (15%) zorg en ondersteuning op het gebied van:

  • hulp bij het huishouden
  • hulp bij persoonlijke verzorging
  • verpleging en begeleiding.

Van de bijna 2 miljoen Nederlanders krijgen:

  • 1,2 miljoen mensen informele hulp (mantelzorgers e.d.) = 9%
  • 850.000 mensen publiek gefinancierde zorg = 6%
  • 400.000 mensen particulier gefinancierde zorg = 3%

De hulp die men krijgt kan onderverdeeld worden in:

  • hulp bij het huishouden = 11% (waarvan 7% via sociale netwerk)
  • hulp bij persoonlijke verzorging = 4%
  • begeleiding = 4%
  • verpleging = 2%

Invloed gezondheidsproblemen en beperkingen

Invloed op de hoeveelheid benodigde hulp hebben met name:

  • gezondheidsproblemen (ernst van de gezondheidsbeperkingen)
  • leeftijd
  • huishoudsamenstelling (woont iemand samen of alleen)
  • hoogte van het inkomen

Gezondheidsproblemen zijn de belangrijkste reden om zorg en ondersteuning te ontvangen.

Volwassen Nederlanders hebben te maken met de volgende gezondheidsproblemen:

  • geen problemen = 65%
  • lichamelijk = 12%
  • psychisch = 8%
  • lichamelijk en psychisch = 6%
  • geheugen = 4%
  • lichamelijk, psychisch en geheugen = 2%
  • psychisch en geheugen = 0,4%

Grootgebruikers van zorg en ondersteuning (meer dan andere groepen) zijn:

  • 75-plussers
  • Volwassenen die alleen wonen
  • Volwassenen met een laag inkomen

Gebruik van zorg en ondersteuning door senioren

Bijna 10% van de zelfstandig wonende Nederlandse bevolking is 75 jaar of ouder.

Aantal 75-plussers dat een vorm van zorg en ondersteuning krijgt = 44%. Dit is 10% minder dan in 2014. De daling komt volledig voor rekening van hulp bij het huishouden. Senioren krijgen dit minder vaak toegewezen.

De zorg en ondersteuning aan senioren kan onderverdeeld worden in:

  • publiek gefinancierde hulp = 24%
  • informele hulp (mantelzorgers e.d.) = 18%
  • particulier gefinancierde hulp = 15%

Mensen jonger dan 75 jaar die zorg en ondersteuning ontvangen, krijgen vooral informele hulp.

Bekendheid met WMO-loket

Zorg en ondersteuning moeten mensen aanvragen bij het ‘WMO-loket’ van de gemeente.

  • Bekend met het WMO-loket = 65%
  • Niet bekend met het WMO-loket = 35%
  • Contact gehad met het WMO-loket = 5%
  • Behoefte aan meer zorg en ondersteuning

Veel mensen hebben behoefte aan meer zorg en ondersteuning:

  • meer zorg en ondersteuning = 8% (5% daarvan krijgt al hulp)
  • meer hulp bij huishouden =5%
  • meer begeleiding = 3%
  • meer persoonlijke verzorging = 1%
  • meer verpleging = 1%

Behoefte bij mensen met een met matige of ernstige beperkingen aan:

  • meer zorg en ondersteuning = 37% (28% daarvan krijgt al hulp)

Behoefte bij 75-plussers aan:

  • meer zorg en ondersteuning van mensen met hulp = 16%
  • meer zorg en ondersteuning van mensen zonder hulp = 7%

75% van de mensen die al hulp krijgt, en meer hulp willen, kampt met:

  • ernstige lichamelijke beperkingen (49%)
  • matige lichamelijke beperkingen (25%)
  • geheugenklachten (26%)

Van de mensen die nog geen hulp krijgen en dit wel nodig zeggen te hebben, is een opvallend groot deel (ongeveer een kwart) 65-plussers die (ernstige) geheugenklachten hebben. Ook is de hulpbehoefte vrij groot onder 65-minners.

Overigens wil een behoefte aan (meer) zorg volgens het SCP niet zeggen dat deze mensen daar ook daadwerkelijk om hebben gevraagd. Uit eerder onderzoek naar de thuiszorg bleek bijvoorbeeld dat maar een kwart van de mensen met behoefte aan thuiszorg een aanvraag indiende.

Mensen kunnen allerlei redenen hebben om geen ondersteuning aan te vragen, waaronder een gebrek aan kennis, onbekendheid met het WMO-loket, moeite met de aanvraag of vervelende eerdere ervaringen met het aanvragen van voorzieningen.

Geen conclusies

Op basis van de gegevens in deze publicatie kunnen volgens het SCP nog geen conclusies worden getrokken over de gevolgen die de hervormingen hebben op de ontvangen zorg en ondersteuning. De komende jaren zullen moeten uitwijzen hoe de hervormingen voor (verschillende groepen van) de volwassen Nederlandse bevolking uitpakken. Waarvan akte!

Bron: Rapport ‘Zorg en ondersteuning in Nederland: kerncijfers 2015’ van het SCP, 23 januari 2017.